In haar hutje, klein en schemerig stil,
tussen potjes vol kruiden en een oude wil,
zit de heks, verloren in haar eigen schulp,
de wereld daarbuiten voelt als een vreemde gulp.
Volwassen gedoe - regels en race,
het past haar niet, die haastige pace.
Ze zoekt naar haar plek, naar een sprankje licht,
maar vindt enkel schaduwen in het dagelijks gezicht.
Tot de ochtend gloort, en kinderen komen,
met ogen vol vragen, met wensen en dromen.
Ze leert hen te schilderen met herfstige tinten,
hoe de lente fluistert in de zachte linten.
Ze vertelt van de maan en de dans van het jaar,
van de wind die zingt, van de zon,
die met haar stralen snijdt door de wolken,
ruimte maakt voor groen, de cyclus van leven.
En daar, in hun lach, in hun kunstzinnige spel,
voelt ze magie die haar hart weer opzwelt.
De wereld van regels vervaagt in hun blik,
ze leeft op, vindt haar eigen muziek.
Dus blijft ze daar, in haar hut vol verhalen,
haar leerlingen leren hoe seizoenen stralen.
Een heks met een hart dat klopt in een kring,
waar creativiteit altijd opnieuw begint.
Magie in de kringloop
« Januari Fluistersluier »